Om goed te kunnen powertrainen heb je, op z'n minst, een oppervlakkige kennis nodig van je spieren (zowel de werking ervan, als de verschillende spiergroepen). Hierdoor zul je in staat zijn om beter te begrijpen wat er gebeurt op het moment dat je aan het trainen bent. Zo zul je je oefeningen beter en effectiever kunnen uitvoeren. Maar voor wie nog niet begonnen is of maar nog net begonnen is, heeft dit deel weining nut, omdat het details geeft die je als "groentje" nog niet moet kennen.
Wat is spierkracht?
Spierkracht is het vermogen om door spierwerking weerstand te overwinnen, die tegen te werken of die te weerstaan. De motorische kracht treedt in verschijningsvormen op: De maximale kracht , de veerkracht , de explosieve kracht en het uithoudingsvermogen. Aan deze vier krachtvormen liggen verschillende spierontwikkelingen ten grondslag.
Maximale kracht is de grootst mogelijke kracht die een mens opzettelijk kan ontwikkelen. Hij bestaat uit:
-
een individueel optimaal spiervezeloppervlak (dit wordt bereikt door een spieropbouwtraining)
-
een goed ontwikkelde intramusculaire coördinatie (= een goede coördinatie tussen de verschillende spieren onderling)
Een individuele, maximale kracht is vereist voor alle snelkrachtsporten en gedeeltelijk ook voor krachtduursporten en bodybuilding. Kort: spieroppervlak, spierkwaliteit, intramusculaire coördinatie.
Veerkracht of snelkracht is de snelst werkzame kracht (krachttoename per tijdseenheid). Hij is onder andere afhankelijk van de maximale kracht, de snelheid van de contractie van het spierstelsel en het samenspel van de spieren (intermusculaire coördinatie = techniek). Kort: snelheid van spiercontractie.
Explosieve kracht is de excentrisch-concentrische snelkracht bij de kortst koppeling van beide contractievormen, dus in een cyclus van strekken en verkorten. Kort: explosief spanningsvermogen in cyclus van strekken en verkorten.
Uithoudingsvermogen is de capaciteit om vermoeidheid door langdurige of zich herhalende uiterlijke en innerlijke hoge belastingen te weerstaan. Het is afhankelijk van de maximale kracht (= maximale krachtuithoudingsvermogen) en het uithoudingsvermogen (aerobe en anaerobe energievoorzieningen). Kort: aerobe en anaerobe energievoorziening.
Rode en witte vezels
Alle spieren in ons lichaam zijn opgebouwd uit spiervezels. Hoe meer spiervezels, hoe dikker sterker de spier. Er zijn twee verschillende vezels, rode en witte. Beiden hebben een verschillende functie. De verhouding ertussen wordt in de eerste instantie bepaald door je genen. De rode spiervezels zijn in staat om langdurig een geringe kracht uit te oefenen. Daar is veel zuurstof voor nodig en daarbij wordt veel vet verbrand. Duursporters maken vooral gebruik van deze spiervezels. Hun spieren bestaan dan ook grotendeels uit rode spiervezels en zij hebben meestal een laag vetpercentage.
De witte spiervezels gebruik je voor het uitoefenen van explosieve kracht. Deze vezels zullen na zware kortdurende inspanningen toenemen in aantal, waardoor je sterkere spieren krijgt. Wanneer worden rode spiervezels geprikkeld?
Bij een geringe weerstand (een niet te groot gewicht) van ca 20% (van de maximale kracht) belasting, zonder bijzondere snelheid.
Wanneer worden witte spiervezels geprikkeld?
Bij een belasting met een geringe weerstand en een zeer hoge snelheid kan de lichamelijke inspanning alleen gegarandeerd worden door het inzetten van de witte spiervezels.
Voorwaarde is wel dat van meet af aan de impulsfrequentie hoog is (bij een hoge concentratie). Neemt de weerstand toe, dan kunnen e betreffende motoneuronen hun ontladingsfrequentie niet meer verhogen. Om evenwel een verhoogd krachtniveau te bereiken, moeten ander motor-units worden ingeschakeld, die echter een geringere contractiesnelheid hebben (het zijn intermediaire en rode vezels) en daardoor de gehele snelheid van de beweging vertragen. Wanneer worden ze beiden geprikkeld?
Bij zeer hoge intensiteit is het nodig om beide vezels in te zetten om tot het beoogde resultaat te komen.