De weerstanden gebruiken of een reeks geschilderde banden of geschreven etiketten om weerstandswaarden te specificeren. Andere dingen die op het etiket kunnen zijn omvatten tolerantie (de percentageonzekerheid tussen de geëtiketteerde weerstand en de daadwerkelijke weerstand)...
een (niet gemeenschappelijke) classificatie van de temperatuurcoëfficiënt, en een classificatie van het betrouwbaarheidsniveau (betrouwbaarheid dat de weerstand zijn tolerantie over een 1000 uurcyclus zal handhaven). U kunt hier vinden sommige vandaag gebruikte markeringen:
De meeste zelfbouwers weten de kleurcodering van weerstanden uit de E12-reeks wel uit het hoofd. Even voor de volledigheid, de E12 reeks gaat in de stappen 1,0 - 1,2 - 1,5 - 1,8 - 2,2 - 2,7 - 3,3 - 3,9 - 4,7 - 5,6 - 6,8 - 8,2. Twee ringen voor de waarde, een derde als vermenigvuldiger (oftewel het aantal nullen wat achter de waarde komt) en een vierde die de tolerantie van de weerstand weergeeft.
Er zijn echter ook weerstanden met tussenliggende waarden (E24-reeks of hogere reeksen) en dan redden we het niet met slechts vier van die ringen. Maar ook dan geldt nog steeds dezelfde codering, al nemen we nu de eerste drie ringen voor de waarde, de 4e als vermenigvuldiger en de 5e voor de tolerantie.
Let er op dat de "tolerantie-ring" niet noodzakelijkerwijs goud- of zilverkleurig hoeft te zijn. En dat deze twee kleuren ook wel als vermenigvuldiger worden gehanteerd. De komma in dat geval dus een of twee plaatsen naar links verplaatsen.